Heeft u tijdelijk een vervangende auto? Dan betaalt u in de periode dat u deze auto rijdt, de bijtelling over de cataloguswaarde van deze auto. Dit gebeurt per dag. Dus rijdt u 20 dagen van de maand in uw eigen auto en 10 dagen in een vervangende auto, dan betaalt u bijtelling voor uw eigen auto voor 20/30 en 10/30 bijtelling voor de vervangende auto.

Een tijdelijk vervangende auto is iets anders dan een vervangend vervoer bij schade of onderhoud. Er is sprake van vervangend vervoer als uw auto van de zaak defect of anderszins onbruikbaar is. In laatstgenoemde gevallen hoeft u niets te doen en gaat de Belastingdienst ervanuit dat de vervangende auto dezelfde of lagere bijtelling heeft dan uw hoofdauto.

Er is sprake van een tijdelijk vervangende auto, als u bijvoorbeeld voor vakantie de grotere auto van uw collega geregeld heeft. Om niet dubbel aangeslagen te worden voor de bijtelling, is het belangrijk dat u vastlegt dat uw hoofdauto niet in uw beheer was toen u de vervangende auto reed. U doet dit met de Verklaring tijdelijk vervangend voertuig.  U kunt de verklaring ook in excel downloaden, zodat u hem direct digitaal in kunt vullen.

Van belang is dat u daadwerkelijk niet de beschikking heeft over uw eigen auto, als u de vervangend vervoer auto rijdt. Dit betekent dat de auto op een andere plaats moet zijn dan uw eigen huis en dat de sleutels en papieren ook daar aanwezig moeten zijn. Om de wetgeving duidelijk te maken heeft de VNA een Brancheregeling afgesproken met de Belastingdienst. Hier leest u meer over deze brancheregeling.